Digitale Delta

Data en kennis voor iedereen in de Digitale Delta.

De Digitale Delta is een baanbrekend IT-plaform voor het delen van data en kennis in de watersector van Nederland. De TU Delft, Hoogheemraadschap Delfland, Deltares, IBM en Rijkswaterstaat hebben de krachten gebundeld om deze businesscase in de Topsector water tot een succes te maken. Hoofddoel van het initiatief is om het huidige en toekomstige waterbeheer (droge voeten, voldoende zoet water en bereikbaarheid over de vaarwegen) efficiënter en effectiever te maken en in te spelen op een internationale groeimarkt. Binnen de publiek private samenwerking wordt bestaande en nieuwe (open) data eenvoudiger en breder ontsloten en het hergebruik van toepassingen, tools, modellen en algoritmen mogelijk gemaakt.

“We hebben tijdens de ideevorming ooit met een grote groep met vooral ondernemers een workshop gehouden tijdens de innovatie-estafette van het Rijk. Onze vraag was wie van hen bereid was om op basis van één gedeelde infrastructuur concreet te laten zien wat wij in Nederland op gebied van waterbeheer kunnen. Het fysieke aspect was wel belangrijk, omdat er binnen de Topsectoren veel dingen de revue passeerden die nooit van papier af kwamen. Het resultaat was twaalf concrete aanbiedingen vanuit het bedrijfsleven en kennisinstituten om te investeren in verschillende use-cases. Daarmee zijn we aan de slag gegaan.”

Geen papieren initiatief

Joost de Haan gelde samen met Raymond Feron (Rijkswaterstaat) als een van de drijvende krachten achter de Digitale Delta.
Vanuit het Hoogheemraadschap werd hij allereerst ‘uitgeleend’ aan de Topsector Water, alwaar hij de ideeën op de kaart zetten. Als Kwartiermaker Fysieke Digitale Delta gaf hij het project mede gestalte.

“We hebben tijdens de ideevorming ooit met een grote groep met vooral ondernemers een workshop gehouden tijdens de innovatie-estafette van het Rijk. Onze vraag was wie van hen bereid was om op basis van één gedeelde infrastructuur concreet te laten zien wat wij in Nederland op gebied van waterbeheer kunnen. Het fysieke aspect was wel belangrijk, omdat er binnen de Topsectoren veel dingen de revue passeerden die nooit van papier af kwamen. Het resultaat was twaalf concrete aanbiedingen vanuit het bedrijfsleven en kennisinstituten om te investeren in verschillende use-cases. Daarmee zijn we aan de slag gegaan.”

“Je moet elkaar blind weten te vinden. Erop kunnen vertrouwen dat een ander gaat helpen zoeken naar een probleem dat je samen hebt.“

Klankbordgroep

“Toen het Digitale Delta-concept gestalte kreeg hebben we een klank- bordgroep van meer dan twintig Nederlandse partijen in het leven geroepen. We vroegen hen voortdurend hoe de uitwerking van Digitale Delta kan helpen om hun werk beter te doen. Daarbij was er aanvankelijk een mkb-partij die duidelijk aangaf bang te zijn door het project de markt uit gedrukt te worden. Omdat dat nooit de bedoeling kon zijn, zijn we een andere koers gaan varen. Dus de toetsing in de markt, en vervolgens bijstelling, zijn een voorwaarde ge- weest voor een succesvol vervolg. De gebruiker staat dus voorop. Het betrekken van de driehoek – overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen – is enorm belangrijk geweest, want het moet uiteindelijk wel gebruikt worden.”

“Digitale Delta is echt een combinatie van ondernemerschap en bestaande infrastructuur en visie.

De aanvankelijke vijf partners – IBM, Deltares, TU Delft, Rijkswaterstaat en het Hoogheemraadschap – zaten er allemaal hetzelfde in, maar wel met een gescheiden opdrachtgeverschap: overheden versus marktpartijen en kennisinstituten. Het was logisch dat de regie over een ‘dun stukje van de IT’ en de ontwikkeling van standaarden en afspraken over kwaliteit van validatie bij de overheid kwamen te liggen. Het ging namelijk om de ontwikkeling van een ecosysteem waarbij iedereen, ook andere marktpartijen, zoveel mogelijk kunnen aanhaken. En dan is er vertrouwen in de overheid.”

Twee beheerders

“We hebben vanaf het begin gezegd dat je altijd in Nederland twee be- heerders van het oppervlaktewater hebt: Rijkswaterstaat en de water- schappen. Het uitgangspunt is altijd een verdeling van ‘50/50’ geweest, wat betekent dat we allebei de helft van de kosten en inspanningen hebben gedragen. Verder hebben we STOWA om een bijdrage gevraagd, ook al om de reeds beschikbare oplossingen en eventuele gedeelde behoeften te koppelen. 

Een soort ‘mutual gains plus’ over de commandolijnen heen.”

Het is voor iedereen duidelijk dat wanneer Digitale Delta alleen iets van het Hoogheemraadschap van Delfland of een ander waterschap zou zijn, de helft van de wereld zou afhaken. Zou alleen Rijkswaterstaat de trekker zijn geweest, zou weer een andere helft zijn afgevallen. Het gaat om de gebruiker en niet om de machtsverhoudingen.”

“We gebruikten de vraag en behoeften onder de stakeholders om onderwerpen te agenderen en te vragen wie kan helpen het op te lossen, of bestaande oplossingen met elkaar delen. Gebruik maken van elkaars kracht, daar gaat het om. Je moet el- kaar blind weten te vinden. Erop kunnen vertrouwen dat een ander gaat helpen zoeken naar een probleem dat je samen hebt. Het is nooit alleen jouw probleem. Een soort ‘mutual gains plus’ over de commandolijnen heen.”

Niet doordrukken

“Om wat te kunnen bereiken moet je wel gevoel houden met het tempo dat een specifieke overheid aan kan. Een klein waterschap, een kleine gemeente, een klein dienstonderdeel kan lang niet zo veel aan als een grotere. Je moet dingen niet willen doordrukken.  47 private partijen, maar daag ze ook uit.”

Dat vraagt in deze fase echter wel om leiderschap. “Bestuurders hebben de neiging om techno- logische invulling en afwegingen over te laten aan mensen die daar meer verstand van hebben. Het risico is dat al die mensen met elkaar technocratisch blijven praten en er een soort hobbyisme in sluipt. Als bestuurder wil je vooral grip houden op kosten en functionaliteit.”

“Iedereen moet voldoende verleid zijn om graag mee te willen doen”

Dat de besluitvorming rond bijvoorbeeld standaarden en inrichting van het koppelpunt tijd kost, is niet vreemd. Er is sprake van ‘allergie voor regie’. “Mensen hebben in de praktijk van alledag al genoeg taken en verantwoordelijkheden. Zij zitten dus niet te wachten op wensen en eisen vanuit nog meer partijen. Het regievraagstuk betreft dus hoe we iedereen zover krijgen om alle gevraagde data via een api in het vereiste formaat en op de juiste wijze aan te bieden.

Om Digitale Delta een fase verder te krijgen is een politiek mandaat nodig. Eerst ontdekken waar de knelpunten zitten, om vervolgens een organisatie de regie laten voeren op een verder democratisch en oplossingsgericht proces. “Maar eerst moet dat mandaat er dus zijn. De Stuurgroep Water werd voorgezeten door de minister, die kan prima realiseren dat het onderwerp op de agenda komt. We hebben een stok achter de deur nodig, maar moeten de andere stakeholders tegelijk echt iets te bieden hebben.”